De productie van groen gas kent de laatste tijd diverse positieve ontwikkelingen, waarbij provincies vooral mono-mestvergisting als kans zien voor stikstofreductie.
Bovendien maakt mono-mestvergisting het mogelijk om te voldoen aan de bijmengverplichting die vanaf 2027 van kracht wordt.
Waarschijnlijke goedkeuring van Renure
Een belangrijke recente ontwikkeling is de verwachte goedkeuring van Renure als meststof. Deze mag bovenop de huidige norm van 170 kg stikstof per hectare worden toegepast. Door het eindproduct digestaat, dat ontstaat bij mestvergisting, op te waarderen tot Renure, kan het gebruikt worden als vervanger van kunstmest. Het vergisten van (dag)verse mest in combinatie met het strippen van ammoniak zorgt naar verwachting voor een reductie van de ammoniakuitstoot tot wel 70%.
Bijmengverplichting en aandeel mest in groen gas
De bijmengverplichting schrijft voor dat in 2030 maar liefst 45% van het geproduceerde groen gas afkomstig moet zijn uit mest, terwijl momenteel slechts 5% van alle mest wordt vergist. Bij het vergistingsproces wordt biogas gescheiden in methaan en CO2. De emissie van methaan, een broeikasgas dat 28 keer krachtiger is dan CO2, wordt zo aanzienlijk verminderd.
Het belang van groen gas uit mest voor de energietransitie
Provincies erkennen het toenemende belang van groen gas uit mest, gezien de bijdrage aan de energietransitie. Dit belang is zichtbaar op meerdere vlakken: verbetering van dierenwelzijn, emissiereductie, productie van groene energie en het verbeteren van het verdienvermogen van de agrariër.
In Limburg wordt nu ingezet op samenwerking in collectieven, zodat ook kleinere veehouders kunnen deelnemen aan duurzame innovaties. In Brabant ligt de focus op professionele ontwikkeling van mestverwerking op strategische locaties. Beide provincies onderstrepen het grote potentieel van mest voor de energietransitie. Vooral dagverse mest biedt veel mogelijkheden voor de productie van groen gas en het verminderen van emissies, waarbij het biologisch aanzuren van mest extra kansen biedt.
Verbetering van het verdienvermogen van agrariërs
Door het inzetten van digestaat als kunstmestvervanger dalen de kosten voor mestafzet, hoeft er minder mest te worden afgezet en is er minder kunstmest nodig. Daarnaast kunnen agrariërs gebruikmaken van subsidiemogelijkheden via de SDE++-regeling, wat het verdienvermogen verder ten goede komt.
Praktijkvoorbeeld: uitbreiding bij Van Helvoirt
Op basis van deze ontwikkelingen heeft Arvalis voor melkveebedrijf Van Helvoirt het vergunningentraject verzorgd voor de uitbreiding van de huidige mestvergister. Heb je vragen of zou je graag meer informatie willen ontvangen? Neem dan contact op met bedrijfsadviseur René Beek via 06- 518 439 60 of rbeek@arvalis.nl.
