Veel agrarische ondernemers geven landbouwgrond tijdelijk uit gebruik voor vruchtwisseling.
Hierbij is het belangrijk om als grondeigenaar de juiste strategie te kiezen en rekening te houden met verschillende aspecten, zoals GLB-regels, teeltkwaliteit, fiscale faciliteiten en pachtwetgeving. Een belangrijke fiscale faciliteit om rekening mee te houden is de landbouwvrijstelling: wanneer is deze wél – en wanneer níet – van toepassing bij het uit gebruik geven van landbouwgrond? Sinds de publicatie van een nieuw besluit over agrarische fiscale zaken (d.d. 5 november 2025) gelden er aangescherpte regels voor het toepassen van de landbouwvrijstelling bij het uit gebruik geven van cultuurgrond voor vruchtwisseling.
De hoofdregel voor toepassing van de landbouwvrijstelling
De landbouwvrijstelling geldt voor de positieve of negatieve waardeveranderingen van landbouwgronden die niet zijn ontstaan door bijvoorbeeld bestemmingswijziging of doordat de grond niet in je eigen bedrijf is gebruikt. De waardeverandering tussen boekwaarde en de waarde in het economische verkeer bij agrarische bestemming (WEVAB) wordt niet tot de belaste winst (of aftrekbaar verlies) gerekend, mits je aan de voorwaarden voldoet. De hoofdregel is dat verpachte gronden meestal niet onder de landbouwvrijstelling vallen, omdat deze gronden dan niet feitelijk door jou zelf in het landbouwbedrijf worden gebruikt, maar door een ander worden geëxploiteerd. Hierop zijn echter uitzonderingen.
Wanneer blijft de landbouwvrijstelling wél van toepassing bij uit gebruik geven van grond?
De landbouwvrijstelling blijft gelden als er sprake is van vruchtwisseling die aantoonbaar onderdeel is van de normale agrarische bedrijfsvoering én als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
- Er moet vóór of bij het uit gebruik geven van de grond een onderhandse overeenkomst hebben getekend tussen beide partijen. Houd hierbij rekening met de verschillende pachtvormen in Nederland. De opties zijn: reguliere (niet-eindige) pacht, geliberaliseerde (eindige) pacht en teeltpacht. Het verschil zit onder andere in de looptijd, de mate van bescherming voor de pachter en, als gevolg hiervan, het waarde drukkende effect op de grondwaarde. Om met een onderhandse overeenkomst geen risico te lopen dat er sprake wordt van reguliere (niet-eindige) pacht, is het aan te raden een geliberaliseerde- of teeltpachtovereenkomst als onderhandse overeenkomst te gebruiken.
- Het uit gebruik geven van de grond mag niet langer duren dan één teeltperiode, tenzij het gaat om gewassen met een teeltduur langer dan één jaar. Er gelden ook versoepelingen voor bijvoorbeeld specifieke bolgewassen waarbij langere rustperioden noodzakelijk zijn.
- Het verpachten van grond moet noodzakelijk zijn voor het herstel en de kwaliteit van de grond voor je eigen teelt.
- Na afloop dien je op het perceel weer hetzelfde type gewas telen als vóór het uit gebruik geven van de grond. Er gelden hierbij versoepelingen voor akkerbouwers die meerdere gewassen met dezelfde grond uitputtende eigenschappen telen.
- De grond moet na de strikt noodzakelijke periode weer direct worden ingezet voor je eigen bedrijf.
Wat valt niet onder vruchtwisseling?
Het verpachten van grond in het kader van derogatie, ook niet bij de mogelijkheid om op deze grond eigen mest uit te rijden, valt niet onder vruchtwisseling. Bij uit gebruik geven in het kader van derogatie vervalt de landbouwvrijstelling voor de periode van het uit gebruik geven van deze grond. De landbouwvrijstelling geldt ook niet voor het jaarlijks verpachten aan wisselende gebruikers zonder een link met je eigen teeltplanning.
Eerdere werkafspraak vervalt
De eerdere werkafspraak (d.d. 31 mei 2014) met de sector over de toepassing van de landbouwvrijstelling bij vruchtwisseling is komen te vervallen. Bestaande pachtovereenkomsten met een einddatum binnen twee jaar na publicatie van dit besluit (d.d. 5 november 2025) worden in dit kader gerespecteerd, maar alle andere pachtovereenkomsten in het kader van vruchtwisseling moeten binnen twee jaar na publicatie van dit besluit worden aangepast aan het nieuwe beleid om alsnog gebruik te kunnen maken van de landbouwvrijstelling.
Onderbouwing van de noodzaak
Het is verstandig om de noodzaak van vruchtwisseling goed vast te leggen in je bedrijfsadministratie. Dit vergemakkelijkt de situatie bij een beoordeling door de Belastingdienst en voorkomt discussie achteraf.
Twijfel je of je pachtafspraken voldoen aan de voorwaarden van de landbouwvrijstelling of wil je hulp bij het zo goed mogelijk inrichten van deze afspraken? Wij denken graag met je mee. Je kunt dan contact opnemen met Niels Michels via nmichels@arvalis.nl of 06 – 834 908 49.