Ondernemers in de agrarische sector worden overspoeld door nieuwe regels en verplichtingen. Dit geldt vanaf 1-1-2023 ook voor mesttransporten bij de aanvoer en afvoer van dierlijke mest.
Realtime vervoersbewijs dierlijke meststoffen (rVDM)
Vanaf 1 januari – met een overgangstermijn tot 1 maart a.s – is het ‘realtime Vervoersbewijs Dierlijke Mest’ verplicht voor de registratie van alle mesttransporten. Met het rVDM moeten mesttransporten voortaan digitaal worden gemeld bij de NVWA via e-CertNL. Deze meldingen moeten vooraf, tijdens en na het transport door de vervoerder worden gedaan. Daar waar transporteurs in het verleden gemachtigd konden worden om namens leveranciers én mestafnemers de vervoersdocumenten te ondertekenen is dit vanaf 2023 niet meer mogelijk. Zowel de leverancier als de afnemer moeten voortaan zelf de transport bevestigen. Met deze nieuwe methodiek is het papieren ‘Vervoersbewijs Dierlijke Mest’ (VDM) komen te vervallen.
Melden via e-CertNL
De meldingen moeten gedaan worden via e-cert.nl. KLIK HIER voor de handleiding ten behoeve van het aanmaken van een account in e-cert.nl. Inloggen kan als een onderneming uitsluitend middels EHerkenning. Het merendeel van de meldingen moeten worden gedaan door de transporteur zoals de ‘vooraanmelding’, ‘startmelding’, ‘laadmelding’, ‘weegmelding’ en ‘losmelding’. De bevestiging van het transport moet zowel door de leverancier als door de afnemer zelf worden gedaan.
Voor het doen van de meldingen, is het van belang te weten wie als vervoerder wordt gezien. Denk hierbij o.a. aan:
- Een bemonsterd en forfaitaire transport door intermediair;
- Een forfaitair transport door landbouwer of loonwerker (derde).
Bij gewogen en bemonsterde transporten veranderd er weinig voor de leverancier en afnemer. De intermediair doet immers de rVDM-meldingen van ‘vooraanmelding’ t/m ‘losmelding’ en blijft verantwoordelijk voor het proces. Alle mesttransporten die afwijken van het ‘standaardvervoer’ (gewogen en bemonsterd) worden aangeduid als ‘maatwerkvervoer’. Denk hierbij o.a. aan ‘boer-boer transport’ en ‘vogelaarvariant’ alsook ‘afvoer naar grenspercelen’.
1: Bemonsterde en forfaitaire transport door intermediair
De leverancier en de afnemer moeten het mesttransport via e-CertNL bevestigen. Dit is ook van toepassing in geval van een forfaitair transport dat door een intermediair wordt uitgevoerd. De intermediair doet hierbij de benodigde meldingen. De leverancier en de afnemer hoeven de uitsluitend de transport(en) te bevestigen.
2: Forfaitair transport door landbouwer of loonwerker
Indien het forfaitaire mesttransport door een landbouwer/veehouder zelf wordt uitgevoerd, moet de landbouwer als vervoerder alle meldingen doen. Voorafgaand aan het mesttransport moeten twee meldingen worden uitgevoerd, namelijk: de ‘vooraanmelding’ en de ’startmelding’. Beide meldingen kunnen gelijktijdig en direct voorafgaand aan het laden worden gedaan. Bij een forfaitair transport hoeft géén laadmelding gedaan te worden. Wel moet een losmelding worden gedaan. Hierbij worden de gegevens uit de vooraanmelding en startmelding bevestigd of eventueel gewijzigd. Tegelijkertijd moet gecontroleerd worden of het ingeschatte gewicht nog juist is. Tijdens de losmelding kan de vervoerder (vaak de leverancier) het transport ook direct bevestigen. De andere partij (vaak de afnemer) moet het transport achteraf ook bevestigen.
Indien een landbouwer een ‘derde’ (bijv. loonwerker) de mest laat vervoeren dan moet deze vervoerder de rVDM-meldingen namens de opdrachtgever doen. Hiervoor moet de opdrachtgever de vervoerder machtigen om de melding in e-CertNL te doen. Dit kan via de ‘gebruikelijke manier’ via het machtigingensysteem van RVO (machtiging: Vervoersbewijs Dierlijke Mest). Ook nu moeten zowel de leverancier als de afnemer de bevestigingsmelding doen.
Verzamel-rVDM
Bij forfaitaire transporten die niet door een intermediair wordt gedaan kan een ‘Verzamel-rVDM’ worden gebruikt. In dat geval doet de vervoerder één vooraanmelding, één startmelding en bij het laatste transport één losmelding.
Aandachtspunten bij bevestigen
Binnen zeven dagen nadat het mesttransport heeft plaatsgevonden, moeten zowel de leverancier als de afnemer het transport bevestigen. De leverancier en de afnemer kunnen ieder het mesttransport bevestigen in e-CertNL.
Het bevestigen van een mesttransport bij e-certNL is alleen als u akkoord bent met de gegevens zoals door de transporteur zijn ingevuld. Denk hierbij onder andere aan de juiste mestcodes en opmerking codes. De opmerkingscodes kunnen o.a. voor de producent van belang zijn in verband met de vrijstelling wegen en bemonsteren (denk hierbij o.a. aan ‘boer-boer transport’ opmerkingscode 32, ‘afvoer uit gebruik gegeven gronden’ opmerkingscode 33 , ‘afvoer naar particulieren’ opmerkingscode 31, ‘afvoer naar grenspercelen’ opmerkingscode 13 en afvoer naar natuurterreinen opmerkingscode 34. En ook de (vrijstelling) verwerkingsplicht (denk hierbij o.a. aan ‘rechtstreeks verwerking’ opmerkingscode 61, ‘regionale afzet’ opmerkingscode 71, ‘afvoer naar champignonsubstraatbereider’ opmerkingscode 71, ‘huisvestingssysteem strorijke mest’ opmerkingscode 73. Als blijkt dat het Rvdm niet juist is ingevuld, dient u deze af te wijzen (dus niet bevestigen). Alleen dan heeft de transporteer de mogelijkheid de rVDM te wijzigen waarna u deze alsnog kunt bevestigen. Hiermee voorkomt u dat u alsnog schriftelijk een wijzigingsverzoek moet insturen.
Uitzondering
Het is mogelijk om transporten t/m februari nog te melden met het papieren VDM (overgangstermijn). Daarna moet altijd gebruik worden gemaakt van rVDM.
Wanneer de mest wordt vervoerd naar een particulier of een ‘klein bedrijf’ hoeft de particulier of ‘klein bedrijf’ de afvoer niet te bevestigen. Een ‘klein bedrijf’ produceert op jaarbasis in totaal niet meer dan 350 kg stikstof en is kleiner dan 3 ha.
Het papieren VDM kan nog alleen als noodvoorziening worden gebruikt mits door overmacht er geen internetdekking is of het rVDM-systeem niet bereikbaar is als gevolg van een storing. Een lege accu of kapotte telefoon wordt door RvO/NVWA niet aangemerkt als een gegronde reden om gebruik te mogen maken van deze noodvoorziening.
Zie voor aanvullende informatie de site van de NVWA/RvO:
https://e-cert.nl/rvdm/
https://www.rvo.nl/onderwerpen/mest/vervoeren-nederland/dierlijke-mest/rvdm
EHerkenning
Zowel producent als de afnemer kunnen ieder een ‘derde’ partij, voor zover deze niet betrokken is bij het transport, machtigen om namens hén de bevestigingsmeldingen doen. Hiervoor is ook een machtiging via RVO noodzakelijk (machtiging: ‘Volmacht’ of ‘Vervoersbewijs Dierlijke Mest’). In dat geval is het wenselijk hierover met uw gemachtigde vooraf goede afspraken te maken als ook de registratie van een account bij e-certNL om administratieve boetes te voorkomen.
Ondanks dat er dus de mogelijkheid is om het bevestigingen van de mesttransporten uit te besteden aan een derden (bijv. adviseur) gaat de voorkeur er naar uit om dit in de toekomst zelf te doen. Reden hiervoor is dat u als ondernemer zelf het beste kunt bepalen of de transporten juist zijn en /of de juiste mestcodes en opmerkingscodes staan vermeld. Hiervoor heeft u dan wel een eigen actieve EHerkenning nodig die op het juiste KvK staat geregistreerd. Houd er rekening mee dat als gevolg van een bedrijfsoverdracht, bijvoorbeeld van een eenmanszaak naar een maatschap, er een nieuw KvK wordt toegekend en dus ook een nieuwe EHerkenning nodig is. De EHerkenning gaat immers niet mee over! Bij het afsluiten van een EHerkenning is niveau 3 wenselijk.
