Scroll
Meld je aan voor de nieuwsbrief
09 mei 2017

Voorzieningenrechter oordeelt: fosfaatreductieplan onproportioneel

De zes uitspraken van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag van afgelopen donderdag vormen wederom aanleiding voor een nieuwsbericht over de ontwikkelingen rondom het fosfaatreductieplan.

De rechter heeft de Regeling fosfaatreductieplan afgelopen donderdag onmiskenbaar onverbindend verklaard voor de melkveehouders die een kort geding hadden aangespannen tegen de Staat. De rechter vindt namelijk dat de Regeling een inmenging oplevert in het eigendom van melkveehouders. De Regeling is daarmee jegens de eisers in het kort geding disproportioneel.

De uitspraken hebben betrekking op melkveehouders die vóór 2 juli 2015 hebben geïnvesteerd in grond en/of stallen om hun bedrijf uit te breiden. Zij hebben in hun bedrijf geïnvesteerd op een manier die de Staat zelf voorstond en heeft gestimuleerd door middel van de Wet verantwoorde groei melkveebedrijven en de AMvB grondgebonden groei melkveehouderij.

Deze melkveehouders hadden hun veestapel op de peildatum van 2 juli 2015 nog niet op het – met die investeringen beoogde – peil gebracht. De rechter is daarom van oordeel dat hun bedrijfsvoering door deze situatie dusdanig wordt beperkt, dat kan worden aangenomen dat de winstgevendheid in vergaande mate wordt aangetast.

Voor biologische melkveehouders merkt de rechter daarnaast op dat de Regeling een oplossing beoogt te bieden waar biologische boeren geen belang bij hebben. Zij hebben namelijk niet feitelijk bijgedragen aan het probleem, nu zij met hun mestproductie onder de normen van de Nitraatrichtlijn blijven zonder dat zij de derogatie daarvoor nodig hebben.

De rechter oordeelde tevens dat de melkveehouders redelijkerwijs niet hadden kunnen voorzien dat de Regeling ook hen zou treffen, gelet op het specifieke karakter van hun onderneming en de aard van de door hen gedane investeringen.

In de uitspraken is bovendien aandacht besteed aan het feit dat de belangen van de groep melkveehouders die investeringen hebben gedaan vóór 2 juli 2015, reeds eerder uitdrukkelijk zijn erkend door de Raad van State en de Tweede Kamer in het kader van het wetsvoorstel ter invoering van fosfaatrechten. Volgens de rechter is dat een indicatie dat de melkveehouders ook onder de Regeling als knelgeval aangemerkt zouden moeten worden, omdat deze regeling feitelijk een voorloper is van het wetsvoorstel.

De uitkomst van deze uitspraken geldt alleen voor de melkveehouders die het kort geding hebben aangespannen en dus niet voor alle melkveehouders in Nederland.

Arvalis is van mening dat melkveehouders naar aanleiding van bovenstaande uitspraken, een aantal acties kunnen ondernemen:

  1. Melkveehouders in gelijke omstandigheden kunnen bij de Staatssecretaris een beroep doen op de kortgedinguitspraken. Zij kunnen dan verzoeken om een gelijke toepassing, inhoudende het buiten werking stellen van het reductieplan;
  2. Melkveehouders die vóór 1 april jl. een verzoek hebben ingediend in het kader van de knelgevallenregeling, ontvangen half mei de beschikking waarin definitief staat of het verzoek (deels) toe- of afgewezen is. (Let op: de voorlopige uitkomst is momenteel al zichtbaar in de applicatie van ZuivelNL). Tegen deze beschikking kan bezwaar worden gemaakt, waarin eveneens kan worden verzocht om het buiten werking stellen van het reductieplan;
  3. Melkveehouders die over periode 1 (maart en april) een heffing opgelegd krijgen, kunnen hiertegen bezwaar maken. Ook middels dit bezwaarschrift kan worden verzocht om het buiten werking stellen van het reductieplan.

Indien zich de situatie voordoet dat u in periode 1 weliswaar heeft voldaan aan de doelstelling, maar u vermoedt dat u in gelijke omstandigheden verkeert als de melkveehouders in de kortgedinguitspraken, meldt u zich dan eveneens bij Arvalis. Wij kunnen dan namens u een verzoek conform het eerste punt indienen.

Los van het voorgaande, verwachten we dat Staatssecretaris van Dam de komende dagen gaat reageren op de kortgedinguitspraken. Op dat moment zal duidelijk worden op welk standpunt de Staatssecretaris zich stelt en tot welke ontwikkelingen dit zal gaan leiden. Wij zullen dit op de voet volgen en houden u hierover uiteraard op de hoogte.

Vragen?

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×

Sluiten
Sluiten